Meteen naar de inhoud

Over het boek

Door: Elise Pater-Mauritz

‘Kom naar de Levensbron – McCheyne voor jou’. Misschien verbaast de titel je een beetje. Want McCheyne, was dat niet een dominee die een paar honderd jaar geleden leefde? Dat soort boeken lees je tegenwoordig toch niet meer? Als je al de tijd neemt om een boek te lezen weet je wel iets wat je meer aanspreekt..

En toch…

Mijn vader, Jan Mauritz, had het op zijn hart om dit boek voor jou te schrijven. Oudere tieners, jongvolwassenen, die wilde hij bereiken met de boodschap van McCheyne. Hij had namelijk zelf ervaren dat dit de boodschap is van Jezus Christus, bijzonder helder en kernachtig verwoord door een jonge Schotse prediker. En niet alleen zijn boodschap, maar ook zijn leven is enorm leerzaam voor ons.

In het voorwoord schreef mijn vader:

“Toen ik 19 jaar was, kreeg ik van een vriend het advies om het boekje ‘De Roos van Saron’ van Andrew Gray te kopen. Dat deed ik en ik was er erg van onder de indruk. In de inleiding werden de Schotse Avondmaalstijden beschreven. Door deze uitgave werd mijn belangstelling gewekt voor de Schotse kerkgeschiedenis.                                

In diezelfde tijd kwam ik in aanraking met het bekende lied van McCheyne: ‘Jehova Tsidkenu’ of wel: ‘Eens was ik een vreemd’ling’.De eerste regels luiden in het Engels: ‘I once was a stranger to grace and to God. I knew not my danger and felt now my load.’ Het lied vertolkte iets van de zoektocht van mijn eigen hart. En ik vroeg het me af: ‘hoe kan het dat iemand van eenentwintig jaar, een jongen van mijn leeftijd, zulke doorleefde woorden dichtte?’ Wie was deze Robert en hoe werd hij de man die wij leren kennen in zijn preken en gedichten?”

Dit lied is zijn leven lang het lijflied van mijn vader gebleven. Toen hij in januari ernstig ziek werd hebben we het nog regelmatig gezongen. En het werd gespeeld toen zijn kist de kerk werd binnen gedragen: ‘Eens was ik een vreemd’ling…. Maar toen mij Gods Geest…. Nu reis ik getroost onder ’t heiligend kruis.’ Mijn vader mag daar nu zijn, in het Erfgoed daarboven, in het Vaderlijk huis. Hij zag er naar uit dat vele jonge mensen de Heere zouden gaan dienen. Talloze gesprekken voerde hij met jongeren over de Heere en Zijn dienst. Die liefde voor jonge mensen dreef het om dit boekje te schrijven.

Hij vond het moeilijk dat hij het verschijnen niet meer mee zou maken. Het viel hem zwaar het los te laten. Hij vroeg mij om het manuscript, dat bijna voltooid was, af te maken. Meerdere keren vroeg hij me: ‘heb je nu alles? Zorg je ervoor?’ De boodschap in dit boekje was enorm belangrijk voor hem.

Wat lees je in dit boek? Een greep uit de inhoud:

  • Het leven van McCheyne: zijn ouderlijk gezin, schoolloopbaan, en het werk van God in Zijn leven
  • Zijn roeping en werk als predikant
  • Zijn leven dichtbij God en het onderwijs dat hij gaf over persoonlijk Bijbellezen en gebed
  • De opwekking in zijn gemeente in Dundee
  • De reis die hij maakte naar Israël (in een tijd zonder vliegtuigen)
  • Zijn liefde voor kinderen en jongeren
  • De Avondmaalstijden in de Schotse kerk.

Aan het einde van elk hoofdstuk staan reflectie- en gespreksvragen. Je kunt deze gebruiken om dat wat je leest toe te passen op je leven vandaag. Deze vragen kun je ook gebruiken op een leeskring of Bijbelstudiegroep of vereniging.

Het was het uitzien van mijn vader dat jonge mensen door het lezen van dit boekje geprikkeld zouden worden om vérder te lezen. Meer van McCheyne of andere puriteinen uit de boekenkast te pakken. Maar vooral ook dat er in jou als lezer een verlangen zou worden gewekt om deze God te kennen.

Ik vond een e-mail van mijn vader die hij me schreef toen ik zeventien jaar was en een jaar in het buitenland verbleef. Ik geef zijn woorden aan jou mee vandaag. Na een paar persoonlijke zinnen over zichzelf sloot hij af met de woorden:

“Hoe is ’t met jou? Mag je al eens zien buiten jezelf op deze Zaligmaker?
Je kunt gerust wanhopen aan jezelf, maar wanhoop nooit aan Hem. Hem al je liefde waardig schatten!”