Ga naar de inhoud

Hier vind je extra informatie bij hoofdstuk 6.

Jehova Tsidkenu

Het lied ‘Jehova Tsidkenu’, met als beginregel ‘I once was a stranger’ is in het Nederlands bekend als ‘Eens was ik een vreemd’ling’.

Deze vertaling van J.L. ten Kate is prachtig, maar geeft het lied op wat vrije wijze weer. Dichterbij de originele tekst ligt de vertaling van ds. C.J. Meeuse.

Hieronder kun je de originele tekst van McCheyne lezen in het Engels en luisteren naar een hedendaagse hertaling van dit wereldwijd bekende lied.

Jehova Tsidkenu

I once was a stranger to grace and to God,
I knew not my danger, and felt not my load;
Though friends spoke in rapture of Christ on the tree,
Jehovah Tsidkenu was nothing to me.

I oft read with pleasure, to sooth or engage,
Isaiah’s wild measure and John’s simple page;
But e’en when they pictured the blood sprinkled tree
Jehovah Tsidkenu seemed nothing to me.

Like tears from the daughters of Zion that roll,
I wept when the waters went over His soul;
Yet thought not that my sins had nailed to the tree
Jehovah Tsidkenu—’twas nothing to me.

When free grace awoke me, by light from on high,
Then legal fears shook me, I trembled to die;
No refuge, no safety in self could I see—
Jehovah Tsidkenu my Saviour must be.

My terrors all vanished before the sweet Name;
My guilty fears banished, with boldness I came
To drink at the fountain, life giving and free—
Jehovah Tsidkenu is all things to me.

Jehovah Tsidkenu! my treasure and boast,
Jehovah Tsidkenu! I ne’er can be lost;
In Thee I shall conquer by flood and by field,
My cable, my anchor, my breast-plate and shield!

Even treading the valley, the shadow of death,
This “watchword” shall rally my faltering breath;
For while from life’s fever my God sets me free,
Jehovah Tsidkenu, my death song shall be.

Uitleg: Westminster Confessie

De belijdenis van Westminster (Engels: Westminster Confession of Faith) is een gereformeerde geloofsbelijdenis, die is opgesteld op door het Westminster Assembly (1643-1649). De belijdenis bestaat uit 33 artikelen. In 1646 was het belijdenisgeschrift klaar. Deze belijdenis is door vele mensen samengesteld, waarbij de adviezen van de Schotse presbyterianen van groot belang waren. Ook is er invloed vanuit Nederland merkbaar. Er zijn duidelijke overeenkomsten met de Dordtse Leerregels van de Dordtse synode van 1618-1619.